Ian McEwan schreef zijn eerste boek (De laatste dag van de zomer) al in 1975, maar ik ontdekte deze schrijver pas in 2005, toen ik zijn roman Zaterdag las. Ik was meteen verkocht. Daarna las ik van hem nog Boetekleed (Atonement), een boek dat in 2007 ook is verfilmd.
Zijn nieuwste roman is Sweet Tooth, vertaald Suikertand. Ik heb ervan gesmuld. Het lijkt wel alsof McEwan steeds beter is gaan schrijven. In dit boek introduceert hij Serena Frome, een vrouw die begin jaren zeventig een eenvoudig baantje heeft bij de Britse geheime dienst MI5. Ze is dan een late twintiger. Zoals McEwan in staat was om de lezer in Zaterdag geheel geloofwaardig een absurde dag uit het leven van een neuroloog voor te schotelen, zo slaagt hij er nu in ons door de ogen van een jonge vrouw te laten kijken naar het Engeland van 1972: een dreigende energiecrisis, mede als gevolg van mijnwerkersstakingen, de Koude Oorlog, de aanslagen van de IRA, de moeizaam op gang komende emancipatie, de harde botsingen tussen vrije en conservatieve opvattingen. Terwijl je leest, zie je ze voor je: de kleine, koude huurkamertjes, de disco’s en de elektrische schrijfmachines.
Het boek gaat over de romantische liefdesgeschiedenissen van Serena, maar vooral ook over schrijven en lezen. De titel ‘Suikertand’ is de naam van een -vanzelfsprekend- geheime operatie van MI5, waar Serena bij betrokken is. Operatie Suikertand moet leiden tot de schepping van literatuur, waarin westerse waarden en normen prevaleren. Dat gaat allemaal heel omslachtig; zelf weten de uitverkoren schrijvers van niets. Serena is dol op lezen. Eigenlijk had ze Engels willen studeren, maar dat is er niet van gekomen, omdat haar moeder vond dat ze haar wiskundige talenten moest ontwikkelen. McEwan geeft Serena de volgende ontboezeming mee: ‘Ik was niet onder de indruk van die schrijvers (….) die hun eigen pagina’s als personage binnendrongen, vastbesloten de arme lezer eraan te herinneren dat alle figuren en zelfs zijzelf pure bedenksels waren en dat er een verschil was tussen fictie en leven. Of, integendeel, om te beklemtonen dat het leven toch maar fictie was.’
Pas als je het boek bijna uit hebt, gaat je iets dagen en ontdek je tot je verrassing, dat McEwan in Suikertand precies één van zulke schrijvers aan het woord laat. Daarmee krijgt deze liefdes- en spionageroman, die dankzij de soepele en toegankelijke stijl toch al een genoegen is om te lezen, ook nog eens een fraaie, onverwachte plot.