Darrell Hammond is een Amerikaanse acteur en stand-up comedian. Hij trad jarenlang op in Saturday Night Live, een wekelijkse televisieshow met amusement en interviews, waar hij succesvol was met imitaties van politici en filmpersonages.
Zijn imitatie van Bill Clinton is meesterlijk. ‘Als ik nieuwe mensen ontmoet vragen ze me altijd om even Bill Clinton na te doen,’ vertelt hij in de Netflixdocumentaire Cracked up, the Darrell Hammond story.
Hij werd geboren in 1955 in Melbourne (Florida). Zijn vader was militair en Koreaveteraan. Zijn moeder…tsja, zijn moeder. Zij kon mooi pianospelen, altijd de zesde symfonie van Tsjaikovski.
In Cracked up vertelt Hammond dat ze bij Saturday Night Live ter gelegenheid van moederdag een keer bedacht hadden om alle moeders van de cast als gast bij de show uit te nodigen. Hammond weigerde dat. Doe je dan vóór als je moeder, zeiden ze, doe een imitatie van haar. Toen hij in de spiegel zichzelf als zijn moeder zag, werd het hem rood voor de ogen, gaf hij over, sloeg zijn hart volledig op hol, raakte hij in shock en moest hij naar de ziekenboeg.
Hammond was niet alleen een populaire imitator, hij was ook verslaafd aan alcohol en drugs. Hij bracht zichzelf regelmatig snijwonden toe. Op televisie waren zijn littekens duidelijk te zien. Hij is negen keer opgenomen geweest en kreeg de diagnoses schizofreen, bipolair, meervoudige persoonlijkheid en borderliner. Dr. Nabil Kotbi, de psychiater die hem uiteindelijk hielp om zichzelf te ontrafelen, zei bij wijze van grap dat hij met al die aandoeningen wel stapelgek moest zijn. Maar dat het meer voor de hand lag, dat hem iets overkomen was.
Hammond herinnert zich, dat hij als kleine jongen een tijd lang op het treinspoor had gezeten, vlakbij van zijn ouderlijk huis. Zijn moeder zag hem daar zitten, maar greep niet in. Uiteindelijk haalde zijn vader hem weg. Je bent total nuts, had hij tegen Darrell gezegd. Die had hem geloofd.
Hammond heeft méér herinneringen aan zijn vroege jeugd, maar die heeft hij weggeborgen in de uithoeken van zijn geest. Soms zegt hij er iets over, quasi casual: ze stopten mijn handen weleens tussen de deur. Hij denkt wel graag terug aan hun dienstmeisje Myrlise, bij wie hij op schoot kon kruipen en die dan beschermend haar armen om hem heensloeg.
Stukje bij beetje weet Kotbi aan Hammond te ontfutselen wat hem als jongetje is aangedaan. Hij maakt onder andere gebruik van het feit, dat Hammond totaal van streek raakt van de kleur rood, en dat hij zich de hibiscusstruik voor het ouderlijk huis herinnert, met takken die door de wind tegen het raam slaan. Tik, tik, tik.
De details van wat de kleine Darrell heeft meegemaakt, blijken afschuwelijk kwaadaardig. Hoewel meerdere omstanders (vader, opa, oma, artsen) weet hebben van de verschrikkelijke waarheid, praat niemand erover. Geen woord. Daardoor lijkt zijn werkelijkheid niet te bestaan. Wat de documentaire laat zien is, hoe het brein van een jong kind als Darrell zó ongezond geprogrammeerd kan worden, dat het eigenlijk nooit meer goed kan komen. Het kind, grotendeels een nog onbeschreven blad, moet wijs zien te worden uit de wirwar van gevoelens van angst, pijn, liefde, (on)veiligheid, vertrouwen, verdriet en woede, die zijn brein probeert te koppelen aan het ondraaglijke dat hem overkomt. Een onmogelijke opgave, blijkt uit het relaas van Hammond.
Dat het geweld wordt doodgezwegen, dat er geen gezonde, helende input is vanuit de volwassen wereld, maakt de chaos in zijn hoofd alleen maar groter. Voor de rest van zijn leven blijft Hammonds gevoel beschadigd en zijn gedrag onvoorspelbaar. Toch hoopt hij, nu hij beter snapt welke gevoelens hij heeft en waar zijn reacties vandaan komen, dat hij de relatie met zijn dochter kan verbeteren en dat hij alsnog betekenisvolle betrekkingen met anderen kan opbouwen. Om een terugval te voorkomen zal hij altijd aan zichzelf moeten blijven werken.
Vóór de jaren zeventig was er nog weinig bekend over de ontwikkeling van het kinderbrein. Praat niet met dit kind over wat hem is aangedaan, dan vergeet hij het wel; dat was de toen gangbare redenering. Tegenwoordig weten we beter, mede dankzij het moedige en kwetsbare verhaal van patiënten als Darrell Hammond en de onvoorwaardelijke, liefdevolle inzet van psychiaters als Nabil Kotbi.
De mogelijkheid hieronder een reactie te geven vervalt twee weken na publicatie.
Bessel van der Kolk komt in Cracked Up als deskundige aan het woord.
Dag Joke
Dankjewel voor dit verhaal. Ik ga de documentaire zien op Netflix. Weet je dat Bessel van der Kolk, veel over trauma’s heeft geschreven. Het boek Traumasporen, geeft een heldere uitleg over de invloed van een trauma, maar ook hoe het lichaam, brein en geest kan herstellen na overweldigende ervaringen. erg lezenswaardig.
Lieve Joke,
Wat een verhaal, dat maakt wel indruk.
Maar het is leuk om weer wat van je te lezen.