Er gaat tegenwoordig geen week voorbij, zonder dat ik een artikel lees waarin de auteur na een regel of tien, twintig de opmerking maakt: “Hierover straks meer”, “ Daar kom ik nog op terug”, of iets dergelijks. En dan volgt de rest van het artikel. Een paar voorbeelden: Hoge hakken en het einde van een echte liefde (de Volkskrant, 20 januari) en Het verhaal van Louis Vutton (de Volkskrant, 6 januari). En het is heus niet alleen de Volkskrant die zich hieraan schuldig maakt, je komt het opeens overal tegen.
Is dat dan erg? Nou, alles is natuurlijk betrekkelijk. Maar ik vind het, schrijftechnisch gezien, behoorlijk verkeerd. Waarom? Omdat zo’n zinnetje mij als lezer in verwarring brengt. Is het de bedoeling dat je, op het moment dat je leest “Daarover straks meer”, door scrolt naar het punt waarop het “meer” zich aandient? Niet handig, dan ben je de draad van het verhaal kwijt. Moet er dan, als je al lezend aankomt bij het “meer”, een lichtje bij je gaan branden: aha, nu lees ik dan eindelijk over wat me aan het begin van dit stuk beloofd is? Dat zou een storende gedachte zijn, die afleidt van de inhoud. Maar dat gebeurt gelukkig niet. Die gedachte dringt zich op dat moment helemaal niet aan je op, ik heb er speciaal op gelet. Je realiseert je gewoon niet, dat het deze passage is, waarnaar de auteur in het begin verwezen heeft. Het komt zelfs regelmatig voor dat je de beloofde informatie in het hele stuk niet terugvindt. Nergens in het genoemde Volkskrantartikel kom ik er bijvoorbeeld achter wat van Louis Vutton een soort Forrest Gump avant la lettre maakt, ondanks het “Maar daarover zo meer”. Normaal gesproken zou ik die uitleg niet gemist hebben, maar juist vanwege “Maar daarover zo meer” ging ik op zoek naar het “meer”.
Journalisten krijgen met de paplepel ingegoten dat van een goed geschreven artikel de opbouw het belangrijkste is. Het verhaal moet inhoudelijk logisch in elkaar zitten. Feit na feit, gedachte na gedachte. Structurerende woorden of verbindende zinnen, die een bruggetje vormen van het ene naar het andere tekstonderdeel, kunnen daarbij eventueel helpen. Maar als een verhaal inderdaad inhoudelijk helder is opgebouwd, dan zijn die bruggetjes haast nooit nodig. “Daarover straks meer” is een structuuraanwijzing die in een goed geschreven artikel volstrekt overbodig is. Neem de proef maar op de som bij de bovengenoemde voorbeelden. Als het er niet staat, mis je niets. Je leest gewoon lekker door, totdat je het artikel uit hebt. Je kunt die woorden dus schrappen. Schrijven is schrappen, ook al is het maar één zinnetje.
De mogelijkheid hieronder een reactie te geven vervalt twee weken na publicatie.
Grappig!
Ik vind het, gek genoeg, niet zo erg. Voor mij dient het om te signaleren: o, hier valt kennelijk meer over te zeggen (als het goed is komt dat nog) en ik hoef me daarom (nog) niet druk te maken over incompleetheid — mijn gedachten kunnen vooreerst de lijn van het betoog volgen.