De Londense journaliste Helen Russel ruilde in 2013 een overvol bestaan met lange werkdagen, deadlines, stress, sociale verplichtingen, slapeloosheid en spanningen in voor een leven op het Deense platteland, nadat haar man een baan bij Lego had gekregen. Over haar eerste jaar in Denemarken schreef ze het boek ‘The Year of Living Danishly’. Daarin gaat ze op zoek naar de geheimen van het, volgens het UN World Happiness Report, gelukkigste volk ter wereld: de Denen.
Als nieuwbakken inwoner van Denemarken valt Russel van de ene verbazing in de andere. Het begint al met het CPR-nummer, dat, eenmaal verworven, vele deuren voor je opent, waaronder die van de gezondheidszorg, de bibliotheek, de bankrekening en het huurhuis. Zie ook mijn blog hierover. Geweldig zo’n CPR-nummer, jubelt ze. Vervolgens weet ze niet hoe ze het heeft, als blijkt dat je in Denemarken weinig hebt aan je creditcard, maar wél gewoon cash kunt betalen, iets wat ze al sinds 2004 niet meer gedaan heeft. Ze ontdekt dat er in Denemarken veel soorten belasting zijn, maar ook talloze soorten subsidies; dat je ’s winters speciale autobanden nodig hebt, die ’s zomers, tegen betaling, voor je worden gestald in een bandenhotel; dat het in de winter al om drie uur donker wordt; dat de huizen vol staan met Danish design; dat de Denen de meeste kaarsen ter wereld opbranden; dat het Deense gebak het lekkerste is dat ze ooit heeft geproefd; dat informele kleding op het werk standaard is; dat een werkdag al om drie uur eindigt; dat iedereen dan inderdaad naar huis gaat en niet blijft overwerken; dat de Deense vlag heilig is en dat Denen dol zijn op tradities en vaste rituelen. Kortom, ze overdrijft graag, zo zelfs, dat het op den duur een beetje gaat vervelen.
Het aardige van het boek is, dat Russel niet alleen waarneemt, maar ook op onderzoek uitgaat. Ze raadpleegt vele boeken, rapporten en deskundigen, die haar vertellen of er een verband bestaat tussen haar observaties en de vermeende gelukkigheid van de Denen. En zo ja, hoe dat verband eruit ziet. Dat leidt tot interessante analyses en verklaringen. Zo heeft Denemarken de beste werk-levenbalans ter wereld, zowel door de gunstige werktijden als door de prettige werksfeer, goede arbeidsverhoudingen en mooie secundaire arbeidsvoorwaarden. Dat levert niet alleen gelukkige werknemers op, maar ook een hoge productiviteit: de derde plaats in Europa, volgens de OECD. En inderdaad, ook het Deense design, de Deense vlag, de vele kaarsjes, Sankt Hansaften, de subsidies voor het verenigingsleven, de voorzieningen voor kinderen en de riante toelage bij werkloosheid dragen aantoonbaar bij aan het geluk. Daar betalen de Denen graag meer belasting voor.
Maar Russel trapt ondanks haar geestige observaties en heldere uitleg in een levensgrote valkuil*, die journalisten, maar ook sommige deskundigen al te makkelijk over het hoofd zien. Ze poneert een stelling, in dit geval dat Denemarken het gelukkigste land op aarde is, en gaat vervolgens uitsluitend op zoek naar gegevens die in het plaatje passen. Andere zaken negeert ze bij voorkeur. Ze schrijft dus niet over wat de gemiddelde Deen zorgen baart en bepaald niet gelukkig maakt: huizen die jarenlang te koop staan en verkrotten, verborgen armoede, ontvolking van het platteland, groeiend individualisme, relatieproblemen en ander verdriet. Als ze in dit opzicht wat alerter was geweest, zou ze weliswaar een minder monter boek hebben geproduceerd, maar beslist een reëler en evenwichtiger beeld van Denemarken hebben geschetst.
*Met dank aan Rietje van Vliet
Russel, Helen. The Year of Living Danishly; Uncovering the Secrets of the World’s Happiest Country, Kindle edition 2015, $11,18.
——————————m
Reageren? Heel graag. Hou er rekening mee dat het soms even duurt, voordat je reactie hier te zien is.
Zie voor details en foto’s over ons tijdelijke verblijf op Bornholm jokemarc.net. Deze site wordt vaak aangevuld.
Mooi! Er blijft dus nog genoeg voor jou over om te schrijven over Denemarken!
Ha Joke, leuk om dit te lezen. Ik denk altijd aan onze tijd in Noorwegen als je zulk soort dingen schrijft.