Kunst

Ondanks mijn tamelijk gevorderde leeftijd, mijn museumkaart en mijn NS-keuzedagen had ik nog nooit van mijn leven een bezoek gebracht aan het Rijksmuseum. Dat moest er toch een keer van komen. Dus ging ik naar Amsterdam om de Nachtwacht te zien.

Het was er niet druk, in het Rijksmuseum. Wat onwennig liep ik rond op het indrukwekkende entreeplein, eerst niet goed wetend waar ik met mijn museumkaart en mijn jas en mijn tas terecht kon. En ook nergens een pijl met ‘Nachtwacht’ erop. Of iets als ‘Begin museumroute’. Op goed geluk dwaalde ik door een paar zalen tot ik bij een vrij The_Nightwatch_by_Rembrandtsmalle trap kwam die volgens een bordje rechtstreeks naar de Oude Meesters leidde. Als enige beklom ik de lange trappen. Een enkeling kwam naar beneden en passeerde me zwijgend. Eenmaal boven wees het geroezemoes van vele stemmen me de weg. Daar hing hij, de Nachtwacht. Gigantisch groot; twee vriendelijke, geüniformeerde meisjes aan weerszijden. Als je wilde kon je hem zo aanraken, leek het.

Maar niemand die dat probeerde, al waren er wel bezoekers die er zo dichtbij stonden, dat ze het woord konden richten tot de vriendelijke meisjes, die beleefd antwoord gaven. Ik ging er eens goed voor zitten, op één van de royale banken. Aan de hand van een geplastificeerde informatiekaart die het Rijksmuseum aan geïnteresseerden ter beschikking stelt, bestudeerde ik het wereldberoemde kunstwerk. Het was knap gemaakt, ik kan niet anders zeggen. Geraffineerd hoe die Rembrandt in staat was om, ondanks of dankzij het gebruik van heel veel donkere verf, op cruciale plaatsen licht en diepte te creëren.

Maar goed, na een tijdje was ik erop uitgekeken. Toen ik verder liep werd me duidelijk dat er in de zeventiende eeuw een heleboel van die schilderijen gemaakt zijn. Groepen mannen met belangrijke gezichten, met witte kragen om, donkere jassen aan en forse hoeden op. Veelal geportretteerd in een naargeestige omgeving. Zijn er mensen die blij, of ontroerd, of misschien zelfs gelukkig worden van deze kunst? vroeg ik me af. Mij overviel alleen een gevoel van treurigheid dat ik niet meer van me af kon schudden. De sombere landschappen en trieste zeegezichten die elders op dezelfde verdieping opgehangen waren, maakten het er niet beter op.

Ik ga er niet vanuit dat je per se blij moet worden van kunst. Kunst is pas kunst als het de eeuwen kan trotseren, heb ik ooit gelezen. Ik denk eerder, dat kunst kenmerkend is voor de periode waarin het tot stand komt. Zeventiende-eeuwse kunst had een functie in de zeventiende eeuw en vertelt ons iets over de zeventiende eeuw. Tegenwoordig is een goede fotograaf, met de juiste apparatuur, minstens even effectief in het afbeelden van notabelen als Rembrandt toen was. De noodzaak voor belangrijke mannen om zich te laten schilderen ontbreekt dus vandaag de dag. En verder, als je echt iets te weten wilt komen over de zeventiende eeuw zijn er wel betere bronnen dan de zeventiende-eeuwse kunst. Waarom komen er dan toch zoveel mensen naar Amsterdam om de Nachtwacht te zien? Ik houd het op een gevalletje van nieuwe kleren van de keizer. Als iedereen zegt dat iets prachtige kunst is, durf dan maar eens toe te geven dat je er niks aan vindt.

Eenmaal in de museumwinkel aangekomen verdween mijn treurigheid. Het aanbod daar was doordacht en eigentijds. Voor elk wat wils. Slim geproduceerde series smaakvolle bekers, dienblaadjes, posters, sjaaltjes en andere artikelen van uitstekende en toch betaalbare kwaliteit. Om zelf te houden of om cadeau te doen. En voor de dikke portemonnees en grote ego’s waren er kolossale vazen van Delfts blauw en fraaie sieraden om mee te pronken; eersteklas kopieën van museumstukken. Heel erg eenentwintigste-eeuwse souvenirs. Ik werd er weer blij van, maar het was vast geen kunst.

Reageren? Heel graag. Hou er rekening mee dat het even duurt, voordat je reactie op de site getoond wordt.

 

Dit bericht is geplaatst in W.v.t.t.k met de tags , , . Bookmark de permalink.

2 reacties op Kunst

  1. peter hein schreef:

    Lieve Joke, ´voor alles is een tijd´(Prediker) en zo is het ook met kunst: de moderne kunst van na de twintigerjaren en vooral van na 1945 die door Sandberg in het Stedelijk Museum Asd werd geintroduceerd brak finaal met die oude figuratieve kunst die men kende. Dat heeft heel wat strijden opgeleverd. Wel interessant om je daar eens in te verdiepen.
    Één v/d definities van kunst is dat het een emotie moet oproepen: dat deden die oude meesters dus bij jou 🙂 (Al was het dan ook een negatieve emotie, maakt niet uit.
    Overigens: kijk eens naar de etsen van Rembrandt en dan naar de uitbeelding van de figuren en zelfs onderdelen van figuren (bijv. zijn bijbelse figuren): zó raak en knap (en jij zou niet worden afgeleid door kleurpalet, (de etsen zijn in sepia/inkt).
    Ik was zondag in het Rijks: alleen de moderne kunst bekeken: een beperkte selectie, een soort uitstalkast die je wel stimululeert om in echte musea van moderne kunst te gaan kijken (zoals het Stedelijk) maar daar moet je wel rijp voor zijn.

  2. Toos schreef:

    Heel relativerend Joke. De schilderstukken van meneer Vermeer vindt ik prachtig en de nachtwacht moet je gewoon gezien hebben. Jij bent nu helemaal bij wat de oude kunst betreft. Leuk verhaal
    Groet Toos

Reacties zijn gesloten.