Kloostergans

Er zijn de laatste jaren veel boeken verschenen van auteurs die opgegroeid zijn in de voormalige DDR, vervolgens de Wende hebben meegemaakt en hun ervaringen hebben verwerkt in prachtige literatuur met al dan niet een autobiografisch tintje. Een van hen is Eugen Ruge, die in 2011 op 57-jarige leeftijd debuteerde met In Zeiten des abnehmenden Lichts.

De auteur ontving voor deze roman meerdere Duitse literaire prijzen, waaronder de Deutscher Buchpreis, de belangrijkste literaire prijs van Duitsland. In 2012 verscheen de Nederlandse vertaling (In tijden van afnemend licht).
Voorafgaand aan dit late romandebuut had Ruge al een intensief leven achter de rug en hij heeft dus veel om over te schrijven. En dankzij zijn lange ervaring als dramaturg en toneelregisseur heeft hij het ambacht zelf perfect onder de knie gekregen.

De roman beschrijft de belevenissen van vier generaties van een familie over een tijdspanne die een groot deel van de vorige eeuw beslaat. In de jaren dertig vluchten de communisten Wilhelm en Charlotte voor de nazi’s naar Mexico, waar ze deel uitmaken van een Duits-communistische gemeenschap. Begin jaren vijftig keren ze terug; naar de DDR wel te verstaan. Charlottes zoon Kurt, ook communist, vertrekt in 1941 naar Rusland, maar wordt opgesloten in een werkkamp en kan pas na vijftien jaar terug naar Oost-Berlijn. Hij is getrouwd met de Russische Irina en ze krijgen een zoon, Sasja (Alexander). Alexander is Ruges alter ego. De representant van de vierde generatie is Alexanders zoon Markus, kind in de DDR, puber in de Bondsrepubliek.

De opbouw van het boek is geraffineerd en indrukwekkend goed geslaagd. Centraal staat de viering van de negentigste verjaardag van Wilhelm, op 1 oktober 1989. Zes hoofdstukken, verspreid over de roman, zijn aan deze verjaardag gewijd, steeds bekeken door de ogen van een ander lid van de familie. Ook de overige hoofdstukken zijn opgetekend vanuit het standpunt van een individueel familielid, waarbij de belevenissen slim geconstrueerd in elkaar overlopen en aan elkaar refereren, compleet met cliffhangers. Een van de knappe aspecten van deze roman is, dat Ruge elk personage een eigen denkstijl meegeeft, passend bij diens achtergrond en ontwikkeling. Bijzonder in deze context zijn de hoofdstukken waarin de intellectueel Kurt reflecteert op zichzelf, zijn naasten en zijn (politieke) omgeving en het hoofdstuk waarin de Russische oma Nadjezjda Ivanovna dat doet.

Met stijgende bewondering heb ik gelezen hoe Irina in 1976 het kerstmaal voor de familie bereidt. Met flair verwerkt ze de op de zwarte markt en via ruilhandel verkregen delicatessen tot het traditionele hoogtepunt van de maaltijd: de kloostergans. Ruge beschrijft nauwkeurig Irina’s bezigheden in de keuken, hoe ze kans ziet tien dingen tegelijk te doen zonder het overzicht te verliezen. Ruge kan niet alleen schrijven, hij kan ongetwijfeld ook koken.
In 1991 maakt Irina opnieuw een kloostergans klaar. Dan zijn alle ingrediënten gewoon in de supermarkt te koop. Desondanks gaat het grandioos mis. In de supermarkt vergist ze zich in het grote aanbod en koopt ze voor de vulling van de gans whisky in plaats van cognac. De whisky drinkt ze tijdens haar werk in de keuken slokje voor slokje op. Ze wordt dronken en de gans verbrandt in de oven. Ruge beschrijft dit melodrama niet alleen met veel inlevingsvermogen maar ook met veel humor. Erachter ligt een onverbiddelijke waarheid: dat de wereld na de Wende niet opeens volmaakt geworden is.

Dit bericht is geplaatst in W.v.t.t.k met de tags , , , . Bookmark de permalink.

2 reacties op Kloostergans

  1. Anneke schreef:

    Ik krijg zin om het boek te lezen Joke!

  2. Anneke Catsburg schreef:

    Erg bedankt voor deze bespreking! Ik ben al een tijdje op zoek
    naar dergelijke auteurs/boeken, maar in de boekhandels
    word ik niet veel wijzer. Heb jij misschien wat meer info?
    Alvast bedankt.

Reacties zijn gesloten.