Toen er een paar weken geleden voor de zoveelste maal een fiets van mijn zoon gestolen was -vanuit de stalling van ons lokale treinstationnetje-, moest ik denken aan de eenzame fiets die we vorige winter dagelijks zagen staan op de hoek van de Dalegårdsvej en de hoofdweg naar Åkirkeby, op Bornholm.
Deze eenzame fiets was van onze overbuurvrouw Kristine. Haar zoon Lars reed dagelijks op haar fiets van huis naar de hoofdweg, waar hij de schoolbus naar Rønne pakte. Het bijzondere was: hij zette de fiets nooit op slot. Tot grote ergernis van zijn moeder, want het was een mooie fiets die ze niet graag kwijtraakte. Maar ja, hoe zijn zoons? Die maken zich niet zo druk om hun moeders fiets. En hoe zijn moeders? Die mopperen en foeteren en dreigen, maar lenen hun fietsen toch uit aan hun zoons, ook al zetten die ze niet op slot. Ik kon me levendig voorstellen hoe de discussies verliepen in huize Jensen. Moeder: als je die fiets niet op slot zet, ga je voortaan maar lopen! Zoon: wie steelt er hier nou een fiets, in de middle of nowhere. Zij: als-ie gejat wordt koop je van je eigen geld een nieuwe! Hij: Ja hoor, is goed. Hij wordt toch niet gejat.
Om Lars eens flink te laten schrikken, laadde Kristine de fiets een keer in de auto en nam hem mee naar huis. Lars trof dus geen fiets aan, toen hij ’s middags uit de schoolbus was gestapt. Hij liep de paar kilometer naar huis en zei bedaard tegen z’n moeder: ‘Je was zeker kwaad omdat je fiets niet op slot stond?’ Haar actie had geen enkel effect.
Maar op een dag, of beter gezegd op een nacht, was de fiets echt weg. Lars was op vrijdagavond wezen stappen in Rønne. In het weekend rijdt er een nachtbus over het eiland, die de stappers op vaste plaatsen afzet. En hoe Lars ook zocht in het donker: geen fiets.
Zaterdagochtend liep Kristine briesend rond. ‘Zie je nou wel, ik heb je nog zo gewaarschuwd! Nou zitten we met de gebakken peren!’ Of zoiets, in het Deens. Maar Lars bleef kalm. Hij zette een oproep op facebook, met een foto van de fiets. Hebben jullie deze fiets ergens gezien? Hij is van m’n moeder.
Binnen een paar uur had facebook de boodschap verspreid en was de fiets terecht. Hij stond in Nexø, in het winkelcentrum. Waarschijnlijk even geleend door iemand die zonder vervoer zat. Kristine was wel zo goed om in de auto te springen en de fiets op te halen. Hij had geen schrammetje en stond niet op slot.
Moeders en zoons: het is overal hetzelfde liedje. Maar de markt voor gestolen fietsen verschilt aanzienlijk per locatie. Op Bornholm is die markt klaarblijkelijk een stuk beperkter dan in Nederland.
Reageren? Heel graag. Hou er rekening mee dat het soms even duurt, voordat je reactie hier te zien is.
In een lange reeks van jaren blijkt: zonen, of het nu tieners, twintigers of zelfs dertigers zijn, er is niets veranderd.
Leuk!!!