Ik ken geen lectuur die troostrijker is dan de misdaadverhalen met commissaris Maigret in de hoofdrol. Soms heb je dat even nodig, troostlezen. Bijvoorbeeld als er een virus rondwaart dat huis houdt in onze lichamen, en onze samenlevingen, zwakke en sterke, ontwricht. Bepaalde mensen krijgen hier nieuwe energie en frisse ideeën van, maar ik dreig vol te lopen met somberheid.
Gelukkig staan er meer dan zeventig oude Maigretpockets in mijn boekenkast. Een late-jaren-vijftigachtig Parijs (hoewel sommige verhalen veel eerder spelen), waar het vaak winters of herfstachtig mistig is. Maar waar het binnen in de appartementen altijd aangenaam tot gloeiend warm is, dankzij kachels, en kolen die op de zolders van de gebouwen opgeslagen zijn. Maigret is trouwens een koukleum.
De vanzelfsprekendheid van alles. Mevrouw Maigret die ’s morgens haar man koffie inschenkt, liefdevol zijn avondmaaltijden warm houdt en bedaard het appartement bereddert. Die altijd de huisdeur voor hem opent nog voordat hij de sleutel in het slot heeft kunnen steken. De toewijding van zijn inspecteurs: de ‘jonge’ Lapointe, de kleine (‘brave’) Lucas, de niet nader gedefinieerde Janvier.
En dan Maigret zelf. De intelligente psychologie waarmee hij schijnbaar onbeduidende details met elkaar verbindt, het motief achter een misdaad ontrafelt en een val voor de dader opbouwt. De onverstoorbaarheid waarmee hij alcoholische versnaperingen tot zich neemt: al vroeg een grog, nog vóór de lunch een glas wijn, bij de broodjes van brasserie Dauphine een bier (of twee). Een aperitief; na het diner (met wijn) een pruimenbrandewijn, en nog een. En als hij ’s avonds ‘uitgaat’, om iemand te ontmoeten in een café, neemt hij een marc. Of een calvados. Daarna, als hij nog even blijft plakken om na te denken, opnieuw een marc of een calvados. Het mooie is: hij vaart er wel bij.
Maigret gedraagt zich minzaam en vriendelijk, met wie hij ook omgaat: jaloerse echtgenoten, verlopen zwervers, verwaande machthebbers, eenvoudige ‘verkoopstertjes’ of nukkige conciërges. Hij probeert zijn medemensen te begrijpen. In De vergissing van Maigret staat het zo mooi: ‘Wellicht gaf het begrijpen van de mensen hem een gevoel dat niet louter medelijden was, maar ook een soort genegenheid.’
Het universum van Maigret is niet fraai. Er heersen armoede, ziektes, hebzucht, geweld, corruptie, misbruik en bedrog. Hij heeft het daar niet makkelijk mee. En hij is ook maar een mens. Toch slaagt hij er elke keer opnieuw in om zijn zaken tot een goed einde te brengen, met een ongekend raffinement en een verbijsterende goedmoedigheid. En ja, dat is troostlezen. Even niet denken aan corona, klimaat of Trump.
De mogelijkheid hieronder een reactie te geven vervalt twee weken na publicatie.
Ik wil ze graag nog eens lezen!! Neem je een paar mee??
Ja Joke, een mooi verhaal. Ik lees de boeken van Lucinda Riley. En dan vaak ook lekker in het Nederlands. En ik vind ook troost in de muziek, wat ik zelf speel en de radio.
En ben blij weer af en toe wat van je te lezen.
Ha Joke
Wat een geweldig verhaal zeg,heel fijne sfeer beschrijving.
Ben je alweer in Nederland of is dat boekenkastje op Bornholm?
Mocht je terug zijn zullen we dan weer eens wandelen of koffie drinken om bij te praten?
Hartelijke groet Toos.
Mooi Joke, de behoefte aan troost is groot in deze tijd. Leuk weer van je te lezen.
Helemaal uit mijn hart: geen Trump, corona of klimaat en andere doem. Troost. Kunst. Helaas weinig toegankelijk in levende lijve ( maar ga wel 30 personen mogen. Film, Musea en galerien open, podia voor muziek soms ook) . En lezen en Maigret .
Jullie hebben mij destijds al jullie Maigretjes doorgegeven, weet je nog? Ik heb ze nog.