De leesclub

Al meer dan tien jaar ben ik lid van een leesclub. Over leesclubs wordt altijd een beetje lacherig gedaan. Dames op leeftijd, die onder het genot van een glaasje wijn en onder het mom van een literaire discussie hun opvliegers en andere zielenroerselen met elkaar delen. Als auteur word je niet graag met hen in één kamer aangetroffen.

Nou, beste auteurs, hou dan je hart maar vast. De dames van de leesclubs vormen het grootste deel van je publiek. Volgens docent letterkunde Marjolein van Herten, die erop gepromoveerd is, zijn er in Nederland drie- tot vijfduizend leesclubs, met een gemiddelde bezetting van negen personen. Dat zijn dus minimaal 27 duizend lezers! Heel wat meer dan de omvang van een eerste druk van de gemiddelde debutant.

Het oordeel van een leesclub over een boek kan dus niet zomaar schouderophalend worden weggewuifd. Wil je als auteur begrijpen wat je lezers boeit? Dan kan het geen kwaad om je oor te luisteren te leggen bij een leesclub. Laat ik daarom, voor het gemak, op een rijtje zetten wat ‘mijn’ leesclub bezighoudt.

Hoe banaal misschien ook: de belangrijkste vraag blijkt te zijn, of het boek mooi is. Daarover verschillen we heel vaak van mening en dat is dan het startpunt van de discussie. Waarom vind je het boek mooi? Of niet?

Bijvoorbeeld omdat het verhaal gelaagd is. Alle vrouwen uit mijn leesclub zijn het erover eens, dat het concept ‘gelaagdheid’ een zwaarwegende kwaliteit is van een roman. Gelaagdheid maakt een roman complexer, maar daar kunnen we wel tegen. Een thematiek áchter het verhaal, of zelfs meerdere thema’s, daar houden wij van. Gek genoeg kan de één in een boek vele lagen ontdekken, waar de ander alleen maar een verhaal zo plat als een dubbeltje heeft gelezen.

Het is ook heel fijn, als we iets van onze persoonlijke achtergrond herkennen in het verhaal. In dat geval raakt het boek ons extra. Dit aspect levert bijna altijd intieme gesprekken op, waarbij de verschillen en overeenkomsten tussen onze eigen levensverhalen en onze individuele psyches zich uitkristalliseren.

Dat brengt me bij een volgend punt. Wij willen graag iets nieuws, iets interessants opsteken van een roman. Dat kunnen nieuwe psychologische of filosofische inzichten zijn, maar ook een stukje geschiedenis, wetenschap of cultuur, of kennis over andere bevolkingsgroepen. Gezien onze uiteenlopende opleidingen en levenservaringen verschilt van persoon tot persoon wat voor ons een nieuwe opsteker is. En ook, of hetgeen een roman toevoegt aan ons emotionele of intellectuele leven, interessant genoeg is.

Dan kom ik bij een, in onze ogen vage, maar toch relevante kwestie: de stijl. We kunnen allemaal genieten van fraai gevormde zinnen, goed gekozen woorden, originele omschrijvingen of pakkende metaforen. Maar waar de één moeiteloos heen leest over krakkemikkige zinnen of clichématige beschrijvingen, geboeid als zij is door de inhoud van het verhaal, zo zou de ander het boek om die reden het liefst ver van zich afgooien. Wat niet mag; de afspraak is dat we allemaal elk boek helemaal uitlezen.

En dan, tot slot, maar niet onbelangrijk: de inhoud. Een goed verhaal is het halve werk. We houden niet van verhalen waarin we al lezend de weg kwijtraken, vanwege irrelevante details of overbodige uitweidingen. Dikke pillen zijn daarom al bij voorbaat enigszins verdacht. Toch hoeft een roman niet per se dun te zijn. We kunnen een breed opgezette, rondom een spannende kern uitwaaierende vertelling, met een pakkend begin, een heldere route, een kordaat einde en een onverwacht plot beslist waarderen. Helaas is de vaardigheid om zoiets tot stand te brengen slechts weinig auteurs gegeven.

Zo hebben we, onder het genot van een glaasje wijn en onder het mom van een literaire discussie, in de loop der jaren meer dan honderd boeken besproken. Van Wolkenatlas (David Mitchell) tot Komt een paard de kroeg binnen (David Grossman). En van Over schoonheid (Zadie Smith) tot Goldberg (Bert Natter). Zelden werden we het over een boek helemaal eens. Nooit hadden we het over opvliegers.

Reageren? Heel graag. Hou er rekening mee dat het soms even duurt, voordat je reactie hier te zien is.

Zie voor details en foto’s over ons tijdelijke verblijf op Bornholm jokemarc.net. Die site wordt vaak aangevuld.

 

 

Dit bericht is geplaatst in W.v.t.t.k. Bookmark de permalink.

4 reacties op De leesclub

  1. Gerda van Herwijnen schreef:

    Ha Joke,

    Een column naar mijn hart. Waarom? Omdat ik ook lid ben van een leesclub. Maar in mijn clubje zitten ook mannen. Over opvliegers wordt dan ook niet gesproken, maar over zielenroerselen des te meer. Het glaasje wijn of lekker biertje zijn ook bij ons onlosmakelijke ingrediënten voor een spraakzame avond.

    Ik stuur je column door naar mijn clubgenoten. Je houdt schrijvend en lezend Nederland een mooie spiegel voor.

    Groet,

    Gerda

  2. Peter Hein schreef:

    Goeie blog weer, Joke! Ik wil als auteur best wel ‘Met hen in één kamer aangetroffen worden” want ik realiseer me al lang dat zij een belangrijk deel van het lezerspubliek vormen. Het is fantastisch dat er zo veel leesclubs zijn en dat men de moeite neemt om t.a.v. één boek echt zo ver mogelijk de diepte in te gaan. Je gaat er vanzelfsprekend wel van uit dat de leden enige kennis van zaken/literatuur hebben? (bespreken jullie wel eens wát de definitie van literatuur eigenlijk is? En zo ja: kun je die mij even geven?)
    Je blog stimuleert me wel om te overwegen een boek over opvliegers te schrijven. Maar voorlopig broed ik nog maar wat door over “The nanny” (mijn moeder) in het Joodse Berlijn van 1935, waarbij ik verwoede pogingen doe om mijn moeder er nu eens buiten te laten 🙂 (Maar ze had zulke interessante inside verhalen!)

    • Joke schreef:

      Goed van je, dat er al weer een nieuw boek van je in de pijplijn zit! Maar hoe kun je je moeder buiten een boek laten dat over haar gaat?
      De leden van mijn leesclub hebben geen van allen een cursus over schrijven of lezen van literatuur gevolgd. Eén van ons heeft Nederlands gestudeerd, heeft daardoor wel extra bagage. Verder doen we het met onze gevorderde lees- en levenservaring en met ons gezonde verstand.
      Het vinden van een definitie van literatuur hebben we al lang geleden opgegeven. Ook zonder dat hebben we interessante discussies.

  3. Anselien schreef:

    Leuk Joke, over ’t wel-en-wee van onze leesclub te lezen. Waarbij jij net zo makkelijk vanuit Bornholm ons vanaf een tablet jouw waardevolle invalshoek deelt. ‘Over schoonheid’ hebben we niet getwist. Daar was geen doorkomen aan. Ondanks de lovende recensies. Markeerde wel een keerpunt: vanaf dat moment moeten we allemaal ieder boek uitlezen. En weten we dat onze eigen recensies opgeteld, minstens zo waardevol zijn.

Reacties zijn gesloten.