Een speciaal plankje

Op een kwade dag is het zover: je moet een deel van je boeken wegdoen. Bij ons kwam dat moment al weer jaren geleden, toen tegen alle beschikbare wanden in ons huis kasten stonden die tot op de laatste centimeter gevuld waren met boeken. Zo’n 3000, schat ik, maar het kunnen er evengoed meer geweest zijn.

Boeken wegdoen is geen eenvoudige opgave, en het wordt nog ingewikkelder als je een gedeelde bibliotheek hebt. Heb je net besloten dat een bepaald boek de deur uit kan, vindt je man dat het niet weg mag. Harde inhoudelijke criteria op grond waarvan een boek mag blijven, dan wel weg moet, zijn er nauwelijks. Het heeft me veel pijn en moeite gekost om de boeken te selecteren voor de tweedehands verkoop, de kringloop of het oud papier. Maar het heeft me ook wat opgeleverd, namelijk een tiental boeken die ik nooit ofte nimmer zal wegdoen. Ze staan nu op een speciaal plankje. Ik zal ze waarschijnlijk nooit meer lezen en sommige ervan zal ik een ander niet aanbevelen. Het is best een merkwaardige verzameling, maar toch houd ik ze. Waarom? Dat verschilt per boek. Ik pik er een paar uit.

Het oudste boek dat ik bewaar is De pastoor uit den bloeyenden wijngaerdt van Felix Timmermans. Het was destijds al tweedehands en erg oud. Ik kreeg het van mijn opa. Een eigenaardig cadeau, omdat alles wat rooms was in mijn milieu als ondermaats werd beschouwd. Tot op de dag van vandaag begrijp ik niet waarom opa mij dit boek gaf. ‘Lees het maar eens,’ zei hij. Dat heb ik met tegenzin (ik was 12!) gedaan en het viel me niet eens tegen. Maar het bleef rooms. Achteraf denk ik, dat mijn opa ruimdenkender was dan ik me realiseerde.

Een ander boek uit mijn jeugd is De schooiertjes van Napels, door Karl Bruckner. Voorin bewaar ik een handgeschreven briefje uit 1965, van Hannie van De open deur, een protestants christelijk tijdschrift dat tot mijn verbazing nog steeds bestaat. Het boek was de prijs van een wedstrijd, die ik gewonnen had met een verhaal over ‘mijn vriend Sjang’. Vraag me niet waar het over ging, ik heb geen flauw idee meer. Maar het was het begin van een loopbaan, waarin teksten, verhalen en artikelen een belangrijke rol zouden gaan spelen.

Vinterbørn (Dea Trier Mørch) was het eerste boek dat ik in het Deens las. Ook dit boek blijft op mijn speciale plankje. Het gaat over de kraamkliniek van het Rigshospital in Kopenhagen, waar de vrouwen in afwachting zijn van de geboorte van hun kind en zich voorbereiden op een leven, waarin dit kind centraal zal staan. Ik herinner me de mooie toegankelijke taal waarin het geschreven is en de stille ontroering die het oproept.

Nog één: I, Claudius, door Robert Graves. Ik kreeg het cadeau van mijn leraar klassieke talen. Dit boek hield mij van begin tot eind in zijn greep. Door het verhaal en door het prachtige Engels, dat ik dankzij de Latijnse en Griekse afkomst van veel van de gebruikte woorden makkelijk kon begrijpen. Een leraar die zo goed aanvoelt wat zijn leerling nodig heeft om zich verder te ontwikkelen, is goud waard.

En dan: Zen and the art of motorcycle maintenance, van Robert Pirsig. Een roadstory uit de jaren zeventig, romantisch en wijs. Een cultboek vol geheimen. Dat iemand uitsluitend met geduld, logisch nadenken, goed gereedschap en z’n beide handen een motorfiets kan repareren, vergeet ik nooit meer.

Benieuwd welke boeken ik nog meer op mijn speciale plankje heb staan? In willekeurige volgorde: Gloed, Sándor Márai; De voorlezer, Bernhard Schlink; 84 Charing Cross Road, Helene Hanff; ’t Jodinnetje van Elspeet, B.E. van Osselen-van Delden en After 4.30, David Maillu.

Het nieuwste boek op mijn plankje is Gloed, dat weliswaar al in 1942 is geschreven, maar pas rond de eeuwwisseling werd herontdekt. Dat is dus al meer dan twee decennia geleden. Zou dat betekenen dat mijn miniverzameling af is?

De mogelijkheid hieronder een reactie te geven vervalt twee weken na publicatie.

Dit bericht is geplaatst in W.v.t.t.k. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Een speciaal plankje

  1. Dorrie schreef:

    Wat leuk om zo bij je boeken stil te staan! Goed geschreven Joke. In het leesclubweekend komen wij daar zekering terug

Reacties zijn gesloten.