Doen en laten

Toen onze kinderen klein waren, gaven we ze dagelijks fluoridetabletjes. Dat deden we op aanraden van het consultatiebureau. Alle deskundigen waren het erover eens: naast het gebruik van fluoridetandpasta waren fluoridetabletjes noodzakelijk om de gebitjes van kinderen gezond te houden. En niet snoepen natuurlijk.

Verbaasd realiseerde ik me onlangs dat mijn kleinkinderen géén fluoridetabletjes slikken. Ergens tussen toen en nu is dit advies blijkbaar ingetrokken. Ik kan me niet herinneren dat daaraan veel ruchtbaarheid is gegeven.

Als alleen het gebruik van peutertandpasta met fluoride voldoende is om gebitjes gezond te houden, hebben mijn kinderen dus jarenlang voor niks tabletjes gekregen. Dat vind ik geen prettig idee. Baat het niet, dan schaadt het niet gaat nu eenmaal zelden op in gezondheidskwesties. Bijwerkingen zijn er altijd. Bovendien hebben die potjes met pilletjes ons geld gekost, hebben we grondstoffen verspild en hebben we onze kleintjes en onszelf een overbodige discipline opgelegd.

Ik ben iemand die waarde hecht aan de wetenschappelijke methode en aan wetenschappelijke kennis. Ik heb vertrouwen in de integriteit van het overgrote deel van de mensen die volgens wetenschappelijke methoden onderzoek doen. En ik begrijp dat er zoiets bestaat als voortschrijdend inzicht. Dat laatste heeft er ongetwijfeld toe geleid om het advies van die fluoridetabletjes in te trekken.

Maar toch schuurt er iets. Hoe is dat advies in het verleden dan tot stand gekomen? Er zal toch wel voldoende wetenschappelijk bewijs voor geweest zijn? Twijfel steekt de kop op. Ik behoor tot de generatie die opgroeide met toffees en zuurtjes en daaraan een gebit vol gaatjes overhield. Ik wilde niets liever dan mijn kinderen de pijn van de tandartsboor besparen. Nu blijkt dat die fluoridetabletjes nergens voor nodig waren, voel ik me met terugwerkende kracht misleid en zelfs een beetje boos. Dat slaat natuurlijk nergens op, maar ja, emoties laten zich niet zo makkelijk dwingen en zijn sterke drijfveren. Ik denk aan ouders die hun kinderen niet willen laten vaccineren of aan ouders die E-nummers wantrouwen. Dat eerste is gevaarlijk, dat tweede doorgaans gewoon dom. Maar ik heb nu wel een heel klein beetje begrip voor de emoties waarop het gedrag van deze ouders gebaseerd is.

Sommige adviezen zijn makkelijker op te volgen dan andere. Een advies om iets kortdurend te laten (bijvoorbeeld: geef je baby geen honing) is makkelijker dan een advies om iets langdurig te doen (bijvoorbeeld: geef je kind dagelijks vier jaar lang vitamine D-druppeltjes). Ook het effect speelt een rol: wat gebeurt er als ik dit advies negeer?

Sinds de tijd van de fluoridetabletjes is het aantal voedings- en andere leefadviezen gigantisch toegenomen. Ik let alleen op adviezen die uit ‘doorgaans betrouwbare bron’ komen, zoals het Voedingscentrum. En voor ik iets ga doen (of laten), zal ik me nog meer dan voorheen verdiepen in wat er gebeurt als ik het advies negeer. Soms is daarover blijkbaar minder bekend dan je verwacht. Dat weet ik dan maar liever.

Dit bericht is geplaatst in De dokters en wij. Bookmark de permalink.

2 reacties op Doen en laten

  1. Diana schreef:

    Ik ben heel blij dat ik tot de dag van vandaag geen gaatjes heb, dus misschien heeft het toch wel iets goed gedaan, die extra fluor? Heb je proberen uit te zoeken waarom ze het nu niet meer adviseren, of waarom destijds wel?

    • Joke schreef:

      Via internet is niet te achterhalen waarom het advies in 1998 is ingetrokken. Misschien vanwege de bijwerkingen? Een bijwerking is het ontstaan van (lelijke) bruine ribbels op tanden en kiezen. Ik ken persoonlijk kinderen bij wie dat inderdaad optrad.

Reacties zijn gesloten.