In het zuiden van de Oostzee ligt het Deense eiland Bornholm. De zomers zijn er doorgaans van Zuid-Europese allure: veel zon, helder blauwe luchten, glooiend gele akkers, een exploderende natuur. De winters duren er lang. Bij elkaar genomen zijn dat ingrediënten voor een bloeiende (volks)cultuur. De zomerse kleurenpracht en het schitterende licht trekken vanouds schilders en andere kunstenaars uit heel Noord-Europa naar Bornholm. En de lange winteravonden stimuleren een deel van de bevolking om zich te wijden aan en te specialiseren in allerlei vormen van ambachtelijke kunst: het bewerken van klei, hout, wol, glas en graniet om er bijzondere sier- en gebruiksvoorwerpen of kleding van te maken.
Het neusje van de zalm van de Bornholmse kunstscene is het Kunstmuseum. Het ligt in het prachtige landschap aan de noordzijde van het eiland, op de rotsen aan de Oostzee. De hoofdcollectie bestaat, hoe kan het anders, uit stukken van vooraanstaande kunstenaars die op Bornholm werken of gewerkt hebben. Daarnaast zijn er wisselexposities die een lokaal thema internationaal uitlichten.
Het museumgebouw wordt tot de mooiste moderne architectuur van Denemarken gerekend. De architecten zijn erin geslaagd om de natuurlijke waarde van de locatie uit te buiten en optimaal gebruik te maken van invallend licht. Dwars door het museum heen stroomt het water van een eeuwenoude bron naar zee. Vroeger werden er aan het water uit deze bron genezende krachten toegedicht.
Gelukkig beperkt Bornholm zich niet uitsluitend tot erkende hoogstaande kunst. De autoriteiten doen niet moeilijk over spontane initiatieven van eilandbewoners om hun omgeving naar eigen inzicht mooier te maken en op te vrolijken. Ik vraag me af of je in Nederland toestemming zou krijgen om de buitenmuren van je huis te voorzien van retromotieven in retrokleuren…
In een klein bos aan een fietspad dat aangelegd is op het traject van de in 1968 opgeheven Bornholmse spoorbaan, ligt in de open lucht een opvallende tentoonstelling. De eigenaar van het bosje, een gepensioneerde boer, heeft de laatste jaren van zijn leven gewijd aan het bewerken van enorme keien die je overal op Bornholm aantreft. Met een tractor en een aanhangwagen haalde hij de keien op en plaatste ze rondom een lieflijk vennetje in z’n bos. Geïnspireerd door zijn verre voorouders, die runetekens en afbeeldingen van dieren en schepen in steen kerfden, bracht hij met hamer en beitel figuren uit sagen en sprookjes in de keien aan.
Ook vereeuwigde hij episodes uit de Egyptische oudheid, uit de bijbel én zichzelf in steen. Hij tekende geschikte plaatjes uit boeken over en deed een hele winter over één afbeelding.
De man is alweer een tijdje dood, maar de keien liggen er nog. Eerlijk is eerlijk: echt mooi is het niet, maar wel aandoenlijk.
Niks mis met ‘Volkskunst’! Dat heet in modern jargon – toegankelijke kunst!
Kan je aan raden eens naar de schilderijen van Annemiek Vos te kijken. Ze schildert op een aparte manier toch zeer herkenbare taferelen, met name van ‘Stad’, maar ook daarbuiten – van vakanties bijvoorbeeld op zonnige stranden.
ze exposeert in diverse galeries en doet mee aan projecten, als onderstaande..
-> Opening op 4 oktober van de tentoonstelling “Dit is mijn stad” in het Scheepvaart museum in Groningen. Op deze tentoonstelling zijn er nog nooit eerder getoonde werken te zien van A.T. Schuitema Meijer. 18- en 19de Eeuwse prenten die Schuitema Meijer voor het boek ‘Album van oud Groningen’ heeft gemaakt worden in het museum tentoongesteld samen met drie nog in leven zijnde kunstenaars, Marcel Duran, Rob Elzinga en Annemiek Vos. Meer info op: http://www.noordelijkscheepvaartmuseum.nl/nl/tentoonstellingen/details/87-Stadsgezichten
De tentoonstelling duurt tot 26 januari.
Ben je voordien nog eens van zins naar het Noorden te komen?
Gerda
Hoi Joke, wat leuk te lezen en de foto’s, ik heb het op facebook gedeeld.