‘Bornholm heeft alles’

Nederlanders op Bornholm (2)

Hubert (66) woont op een van de mooiste plekjes van Bornholm. Hij is samen met zijn vrouw Bodil eigenaar van een idyllisch sprækkedal, een dal dat honderdduizenden jaren geleden gevormd is op een breuk in de granieten ondergrond. Zes hectare bos, hei, rotspartijen, vennetjes, grasland en een beekje. Niet geschikt voor een renderend landbouwbedrijf, maar ideaal voor kleinschalige fruit- en groenteteelt, plus een ruim huis, schuren, schapen, kippen, een kas en een paar kleine huisjes.

We bezoeken Hubert op een stralende zomerdag. In de tuinen zijn woofers aan het werk. ‘Weet je wat dat zijn, woofers?’ vraagt hij. WWOOF is een internetorganisatie die overal ter wereld vrijwilligers koppelt aan biologische land- en tuinbouwbedrijfjes. De vrijwilligers (‘woofers’) helpen mee bij het bewerken van het land en de gewassen, bij het onderhoud van gebouwen en materiaal en bij de oogst. In ruil krijgen ze kost en inwoning en leren ze de kneepjes van de organische land- en tuinbouw. Woofers zijn bijna altijd jongeren die iets van de wereld willen zien en van boerderij naar boerderij trekken. Hubert kan de hulp van woofers goed gebruiken. Nu Bodil en hij met pensioen zijn hebben ze weliswaar meer tijd voor het werk op hun land, maar ze hebben ook nog allerlei plannen. Delen van het dal liggen nog braak.

Huberts wieg stond in Zuid-Limburg. Niets wees erop dat hij een groot deel van zijn leven zou doorbrengen op een eiland in de Oostzee. Na de middelbare school deed hij de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige. Begin jaren zeventig vervulde hij zijn dienstplicht in het militair hospitaal in Utrecht. Daarna wilde hij wat van de wereld zien, vooral Scandinavië leek hem aantrekkelijk. Hij reageerde op een advertentie in een Nederlandse krant: een Deense architect was op zoek naar een mannelijke au pair voor zijn zoontje. Hubert kon komen. Hij pakte zijn racefiets en vertrok vanuit Limburg naar Rungsted in Denemarken.

Hubert trok in de jaren zeventig op zijn racefiets door Scandinavië

Dat baantje werd geen succes. Na vier maanden hield hij het voor gezien en ging hij als verpleegkundige aan het werk in het kinderziekenhuis van Glostrup. Toen hij genoeg verdiend had om het een tijdje te kunnen uitzingen, begon hij aan een fietstocht, die een jaar zou duren en hem door grote delen van Scandinavië zou voeren. Die fietstocht werd bepalend voor de rest van zijn leven. ‘Het was een fantastische ervaring,’ herinnert hij zich.

De tocht begon op Bornholm. Hij kon een blokhut huren op het terrein van een woongroep op een mooie plek in een bos- en heidegebied. Hij bleef daar een tijdje om te klussen en Bornholm te verkennen en trok toen weer verder. Het vasteland van Zuid-Zweden viel hem tegen; de mensen daar zijn stug en afstandelijk, zegt hij. Op het eiland Öland beviel de sfeer hem beter. Daar kon hij terecht op een boerderij, waar hij hielp met de aardappel- en worteloogst. Uiteindelijk bereikte hij Stockholm en kwam hij zelfs in Zuid-Finland terecht. Toen zijn geld op was keerde hij, nog steeds op de racefiets, terug naar Bornholm. Nederland trok hem niet meer. ‘Bornholm heeft alles,’ zegt hij. ‘Prachtige natuur, vriendelijke mensen, heerlijke zomers, veel ruimte om te wonen en de democratische vrijheid om je leven in te richten zoals je wil. Waar ter wereld vind je dat nog?’

Met zijn papieren als psychiatrisch verpleegkundige kon hij aan de slag in het ziekenhuis van Rønne. Daar werkte hij vrijwel onafgebroken tot aan zijn pensioen, zo’n anderhalf jaar geleden. Hij zette zich in voor een meer sociaalpsychiatrische aanpak. ‘Ik vond het zo zinloos, dat we mensen met een psychische stoornis steeds een beetje oplapten en vervolgens naar huis stuurden, totdat ze opnieuw bij ons op de stoep stonden.’ Hij ontwikkelde een extramuraal programma, met als doel om de psychiatrische patiënten maatschappelijk weer op de rit te krijgen. Ze konden allerlei cursussen volgen: houtbewerking, koken, tuinieren, zelfverdediging, sport, kunst, theater, muziek, literatuur, noem maar op. ‘Het belangrijkst was, dat ze hun lot in eigen hand namen. Ze namen taken op zich en waren zelf verantwoordelijk voor hun aandeel in het programma. Als iemand bijvoorbeeld een keer moest overslaan bij het werk in de keuken, moest hij zelf vervanging regelen. Klinkt logisch, maar zulke dingen waren voor hen niet altijd vanzelfsprekend.’

Het viel nog niet mee om dit alles van de grond te krijgen. Geld was er niet, hij moest eerst aantonen dat deze activiteiten nut hadden. Rapporten schrijven, publiciteit genereren, subsidies aanvragen. Tegenwoordig is het programma ondergebracht in een aparte organisatie: dagopvang Blæksprutten (inktvis), gerund door patiënten en vrijwilligers en ondersteund door enkele vaste krachten.

Een van Huberts therapiehuisjes

In 1979 kocht de woongroep, waar Hubert toen deel van uitmaakte, een oud boerderijtje met stal en schuur plus het omringende dal. Toen de woongroep werd ontbonden, bleef Hubert er wonen, samen met Bodil. Later adopteerden ze twee kinderen, die inmiddels volwassen zijn. Ze knapten het woonhuis eigenhandig op en breidden het uit met een badkamer en slaapkamers. Als tegenwicht tegen zijn psychisch uitputtende werk in het ziekenhuis vond hij thuis nieuwe energie in het fysieke handwerk. Zo ontwierp en bouwde hij zelf een paar houten minihuisjes op het terrein, zo veel mogelijk met hout van bomen uit zijn eigen bos. Mijn therapiehuisjes, noemt hij ze gekscherend. Tot op de dag van vandaag is Hubert intensief bezig met de inrichting en het onderhoud van zijn domein.

Hij leidt ons rond langs de veldjes met bloemen, aardappels, wortels, bieten, sla, bessenstruiken, peren- en appelbomen. De kippen scharrelen hun kostje bij elkaar. Hij wijst naar een plek verderop, waar lang geleden graniet werd gewonnen en hij laat ons zien hoe hij met warmte uit een composthoop zijn kas probeert te verwarmen. Dat lukt nog niet goed. Hij vertelt hoe hij de toekomst ziet. ‘Ik hoop dat hier ooit een stel mensen wil komen wonen, aan wie we dit alles op een goede manier kunnen overdragen en die deze plek verder willen ontwikkelen,’ zegt hij. ‘Er is ruimte genoeg. Bodil en ik willen zo lang we kunnen onze bijdrage blijven leveren, maar we willen eerlijk gezegd ook wel eens een lange reis maken. Dat zit er nu helaas nog niet in.’

Zie ook:
Mondharmonica, Nederlanders op Bornholm (1)

Reageren? Heel graag. Hou er rekening mee dat het soms even duurt, voordat je reactie hier te zien is.

Dit bericht is geplaatst in Bornholm. Bookmark de permalink.

Eén reactie op ‘Bornholm heeft alles’

  1. Pon schreef:

    leuk te lezen!

Reacties zijn gesloten.